Er zijn drie soorten geld:
1. Pasmunt.
Dit is de oudste soort. Vroeger kon ieder zijn eigen zilveren of gouden munt slaan. De waarde was gelijk aan de intrinsieke waarde. Tegenwoordig heeft het rijk het alleenrecht van uitgifte van munten.
2. Bankbiljetten
Papiergeld dat exclusief wordt uitgegeven door de Nederlandse Bank. Oorspronkelijk kon elk bankbiljet bij DNB worden ingewisseld tegen goud. Tegenwoordig wordt niet meer de volledige hoeveelheid bankbiljetten gedekt door goud.
3. Giraal geld.
Direct opeisbare tegoeden bij bank of giro. Bankbiljetten en giraal geld vormen samen bankgeld. Met chartaal geld worden bankbiljetten en pasmunten bedoeld.