Gepubliceerd op 12-05-2017

Betalingsbalans

betekenis & definitie

Omdat Nederland een open economie heeft, zijn de economische betrekkingen met het buitenland van groot belang. In iedere willekeurige supermarkt zijn produkten uit ‘de hele wereld’ te koop. Alles wat we importeren, moet betaald worden met deviezen, bijvoorbeeld dollars. Door de export ontvangen we ook weer deviezen. We verlenen diensten aan het buitenland, bijvoorbeeld via het wegvervoer. Daarnaast gaat er kapitaal de grens over via leningen, terwijl ook het toerisme voor een regelmatige ‘in- en uitvoer’ van geld zorgt.

Om enig inzicht te krijgen in het economisch verkeer met het buitenland, wordt er ieder jaar een betalingsbalans samengesteld. De betalingsbalans bevat een aantal deelbalansen:

1. De goederen- of handelsbalans. Hierop staat de in- en uitvoer van goederen vermeld. Er wordt in dit geval wel gesproken van het zichtbare verkeer met het buitenland.
2. De dienstenbalans. Hierop staan de aan het buitenland verleende diensten als ontvangsten vermeld, terwijl de uit het buitenland verkregen diensten als uitgaven zijn geboekt.

Bij het dienstenverkeer speelt het vervoer over de weg, over water en door de lucht een belangrijke rol. Ook worden hierbij de uitgaven van vakantiegangers in Nederland en in het buitenland gerekend; de inkomsten en uitgaven worden op de zogenaamde toeristenbalans geboekt.

3. De primaire inkomensrekening. Hierop staan de ontvangsten en betaalde rentes van leningen en de winsten van ondernemingen.
4. De secundaire inkomensrekening. De betaalde en ontvangen inkomensoverdrachten zijn hier geboekt. Een voorbeeld van inkomensoverdracht zijn de uitkeringen aan de landbouw door de Europese Gemeenschap. De overmakingen van geld door buitenlandse werknemers naar hun vaderland worden hier vermeld.

Het saldo van deze vier deelbalansen noemen we het saldo van de lopende rekening.

Op de kapitaalbalans staan de bedragen van de investeringen van het buitenland in Nederland en de Nederlandse investeringen in het buitenland. Als een Nederlandse firma geld leent in het buitenland, is dit kapitaalinvoer. Zo kan iemand voor kapitaaluitvoer zorgen door spaargeld in het buitenland te beleggen. Samen met de kredietverlening door de banken wordt dan het saldo van de totale betalingsbalans verkregen.

Door middel van de salderingsrekening (of de goud- en deviezenbalans) worden tekorten of overschotten op de betalingsbalans verrekend. Een tekort kan met goud, deviezen of Ecu’s worden voldaan. Ook bestaat de mogelijkheid de reserves bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aan te spreken. Een andere manier om de betalingsbalans op te maken is de volgende, met 1984 als voorbeeld:

$$$\begin{array}{|l|l|l|r|}

\hline

Betalingsbalans \\ \hline

& & & Miljarden guldens \\ \hline

Goederen\:export & & & 199,9 \\ \hline

Goederen\:import & & & -188,7 \\ \hline

Overschot\:handelsbalans& & & 11,2 \\ \hline

Onzichtbaar\:verkeer & & &\\ \hline

(Diensten, giften, buitenlandse werknemers)& & & 11,2 \\ \hline

& Ontvangsten & & 72,5\\ \hline

& Uitgaven & & -70,5\\ \hline

Overschot\:lopende\:rekening & & & 13,2 \\ \hline

Kapitaalverkeer & & & \\ \hline

(Investeringen, leningen) & & & 12,7 \\ \hline

Overschot betalingsbalans & & & 0,5 \\ \hline

\end{array}$$$

Boekhoudkundig wordt er een formeel evenwicht op de betalingsbalans tot stand gebracht. Bij een tekort worden de goud- en deviezenreserves aan de pluskant geboekt, bij een overschot aan de minkant. Iedere betaling wordt namelijk twee keer geboekt. Uitgevoerde goederen die direct betaald worden, worden voor hetzelfde bedrag op de goederenbalans rechts en op de salderingsrekening links geboekt. Als een buitenlandse werknemer geld naar zijn gezin in Marokko overmaakt, wordt dit aan de linkerkant bij de kapitaalrekening geboekt en aan de rech-terkant bij de salderingsrekening. Naast formeel evenwicht bestaat het materiële evenwicht. Met dit laatste begrip wordt bedoeld dat er nauwelijks een overschot of een tekort op de betalingsbalans is.

De boekingen op de betalingsbalans kunnen op twee manieren gebeuren. De Nederlandsche Bank noteert de transactie op het moment van betalen. We noemen dit de betalingsbalans op kasbasis. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) noteert de waarde van de goederen bij grensoverschrijding. Ze maakt gebruik van door de douane verstrekte gegevens. Zo ontstaat de betalingsbalans op transactiebasis. De betalingsbalans op transactiebasis loopt meestal iets voor op de betalingsbalans van de Nederlandsche Bank, omdat de betaling van goederen en de levering ervan niet op hetzelfde tijdstip plaatsvinden.