de persoon, die krachtens eigen ambt kerkelijke bestuursdaden kan stellen, in tegenstelling met degenen, die dat uit gedelegeerde macht doen. Men spreekt dan ook van Ordinarius loci, plaatselijk kerkvoogd. Zij hebben die macht ofwel uit eigen recht: de → paus (voor de geheele H. Kerk), de → bisschop (voor zijn bisdom), een → abt- of prelaat-nullius (voor zijn territorium), een abt (voor zijn klooster), → generaals en → provinciaal oversten van → exempte clericale orden en eenige andere, die persoonlijke → jurisdictie hebben, welke niet aan een bepaald territorium is gebonden; ofwel zij hebben die macht als plaatsvervanger [→ Apostolisch Administrator, → Apostolisch Vicaris, en → Apostolisch Prefect (van den paus), → vicaris-generaal (van den bisschop)].
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk