Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Klooster

betekenis & definitie

het gebouw, waar mannelijke of vrouwelijke religieuzen teruggetrokken van de buitenwereld verblijven. Meestal gegroepeerd rond een of meerdere binnenhoven (kloosterhof), die omgeven zijn door een klooster- of kruisgang, de overdekte wandelgang. De andere ruimten heeten kloosterkerk, refecto’rium (eetzaal), dormito’rium (slaapzaal), de’ambulato’rium (wandelgang), het claus’trum (woonruimte, slot), kapittelzaal, boekerij en het → hospi’tium (gastenkwartier). Zie ook Clausuur.

< >