Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Magnificat

betekenis & definitie

[= (mijn ziel) verheft (den Heer)], titel en beginwoord van de Latijnsche vertaling van den lofzang (dankgebed), door de Heilige MaagdMaria bij haar bezoek aan haar nicht Elisabeth uitgesproken (Luc. 1, 46—55). Het M.

vormt het hoogtepunt van de liturgie der → Vespers, wordt evenals het → evangelie staande gezongen, bij het begin ervan maakt men een kruis over zichzelf en op Zon- en feestdagen wordt het altaar onder het zingen van het M. bewierookt. Ook gebruikt in de → huiszegeningsplechtigheid op → Driekoningen en bij de plechtige kroning van een Mariabeeld.