Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Kruisteeken

betekenis & definitie

handgebaar in kruisvorm, over het eigen lichaam of over personen en zaken. Beide op twee manieren: het kleine kruis, met duim of wijsvinger, en het groote kruis, met de geheele hand. Een groot kruis, gemaakt op het eigen lichaam, onder het uitspreken van de woorden: „In den naam van den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. Amen” is een belijdenis van het geheim der H. → Drieëenheid en der Verlossing (aflaat van 50 dagen, 100 dagen als men het met wijwater maakt). Het K. over personen en zaken is een zegenend gebaar, dat een beroep op Gods barmhartigheid omwille van het kruisoffer beteekent en veelvuldig in de → liturgie wordt toegepast. Sommige voorwerpen worden blijvend met een K. gemerkt. In het grondplan der kerkgebouwen is sinds de 4e eeuw het kruis verwerkt (armen v.e. → kruiskerk).

Laatste Heilige Sacramenten

de → Sacramenten, die aan een stervende worden toegediend. Indien volledig: → Biecht, → Heilig Oliesel, → Heilige Communie (Teerspijze of Via’ticum). In noodgevallen alleen de Biecht en het H. Oliesel. Zoo mogelijk besloten door den → pauselijken zegen en de → gebeden der stervenden.