de geordende opvolging van de feesten en tijden, die de Kerk jaarlijks viert. Het K. J. begint met den eersten Zondag van den → Advent en bestaat uit twee feestkringen:
1. de Kerstkring (viering van het Geheim der → Menschwording), onderverdeeld in de voorbereiding op het Kerstfeest, den → Advent, den Kersttijd zelf, van Kerstmis tot den laatsten dag van het → octaaf van → Driekoningen en den natijd, de Zondagen na Driekoningen.
2. de Paaschkring (viering van het Geheim der → Verrijzenis), onderverdeeld in de verwijderde voorbereiding op het Paaschfeest van Zondag → Septuagesima tot → Aschwoensdag, de nabije voorbereiding, de → Veertigdaagsche Vasten, den feesttijd zelf, van → Paaschzaterdag tot den laatsten dag van het → octaaf van → Pinksteren en den natijd, de Zondagen na Pinksteren, tot den 1en Zondag van den → Advent.