[= komst (des Heeren)] heet in het kerkelijk jaar de periode, die het Kerstfeest voorbereidt. De A. begint in de →Latijnsche Kerk met den Zondag, die op of het dichtst bij het feest van St. Andreas (30 November) valt; deze Zondag is tevens het begin van het → kerkelijk jaar. De A. duurt hoogstens vier volle weken. De liturgische stemming tijdens den A. is een mengeling van rouwmoedige boete en hoopvolle verwachting; vandaar de paarse kleur der → Liturgische Gewaden, het wegvallen van → Te Deum en → Gloria in excelsis Deo en het zwijgen van het orgel (het Alleluja blijft). Slechts éénmaal wordt deze rouwmoedige stemming getemperd, op den Zondag → Gaudete. Van 17 December af overheerscht de verwachting, voornamelijk uitgedrukt in de z.g. → O-Antiphonen. De rouw behoort niet tot het oorspronkelijk karakter van den A.; hij is er in gebracht in navolging van de Vasten. De A. is → besloten tijd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk