Kleurenband, die ten gevolge van de analyse van het licht door middel van → dispersie of buiging, in een spectroscoop of daarmee overeenkomende opstelling verkregen wordt (zie plaat; vergelijk den index in kolom 831/832). Als het licht direct afkomstig is van een lichtbron, heet het gevormde s. een emissiespectrum.
Zoo’n s. kan zijn:a) continu, d.w.z. de kiemen vormen een ononderbroken reeks, wat erop wijst, dat alle golflengten met merkbare sterkte aanwezig zijn; of
b) discontinu, d.w.z. de reeks is telkens onderbroken, de kleuren vormen zeer smalle gebieden, → spectraallijnen, die soms in groepen zoo dicht bijeen liggen, dat ze bij een geringe dispersie den indruk van min of meer breede banden geven.
Men noemt de onder b) genoemde s. resp. lijnenen → bandenspectra. Ook de lijnen blijken bij grootere dispersie vaak uit meerdere componenten te bestaan. Deze componenten vormen de fijnstructuur van de lijn (bijv. doublet, triplet, multiplet). Continue spectra treden op bij lichtgevende vaste stoffen (gloeidraad), vloeistoffen (gesmolten metalen) of gassen onder bepaalde omstandigheden; lijnenspectra leveren lichtgevende gassen (bijv. Na-lamp; boogontlading tusschen metaalelectroden, het zgn. boogspectrum, bestaande uit booglijnen), die uit atomen bestaan, terwijl bij moleculen de bandenspectra optreden (bijv. met stikstof gevulde Geisslersche buis). Wanneer het licht, afkomstig van een lichtbron, die een continu s. geeft, een absorbeerende stof passeert, ontbreken in het gevormde s. cle geabsorbeerde kleuren, er ontstaat een zgn. absorptiespcctrum. Ook dit kan een lijnen- of bandenspectrum zijn, al naar gelang de absorbeerende deeltjes atomen of moleculen zijn.
Het feit, dat zoowel het emissieals het absorptiespectrum karakteristiek zijn voor de stof, die tot dit s. aanleiding geeft, alsmede voor den toestand, waarin die stof verkeert, maakt het onderzoek van s. zeer belangrijk. Men heeft uit de resultaten van dit onderzoek waardevolle gegevens kunnen verzamelen omtrent bouw en verdere eigenschappen van de onderzochte atomen en moleculen.
Ook bij andere stralingen (warmte-, ultraviolette, Röntgenstralen) kan een dgl. analyse uitgevoerd worden en het resultaat van de splitsing van de straling in zijn bestanddeelen wordt ook daar wel spectrum genoemd (→ Reststralen; → Infrarood; → Röntgenstralen). Rekveld.