Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Socrates

betekenis & definitie

Grieksch wijsgeer. * 469 v. Chr. te Athene, ♱ 399 aldaar.

Werd ter dood veroordeeld en dronk den gifbeker. Geschriften heeft S. niet nagelaten, zoodat wij voor de kennis van zijn leer en beteekenis op de vaak uiteenloopende berichten van lateren zijn aangewezen.

Door zijn leerlingen Plato en Xenophon en door Aristoteles wordt hoog opgegeven van zijn edel karakter, onbaatzuchtig zoeken naar wijsheid en verheven zedelijke idealen.Zeker is, dat hij het wijsg. denken der Grieken in menig opzicht heeft bevrucht. Niet alleen Plato is door hem tot de wijsbegeerte ingeleid, maar ook de Megarische, Elisch-Eretrische, Cynische en Cyrenaeïsche Scholen zijn uit leerlingen van S. gevormd.

Een eigenlijk wijsg. systeem heeft S. niet ontworpen. Het is er hem slechts om te doen, een methode aan te geven om te komen tot zekere en algemeen geldige kennis, welke hij vindt in de door inductie gewonnen begrippen. Met de eenmaal gevonden begrippen stelt hij zich echter niet tevreden, maar hij blijft verder zoeken, om steeds meer de waarheid te benaderen. Ook is de kennis voor hem geen doel in zich, maar zij zal, toegepast op ethisch gebied, moeten dienen om zijn medeburgers zedelijk te verbeteren. Het zedelijk handelen immers acht S. door het juiste inzicht volkomen bepaald: wie een zuiver begrip heeft van het goede, zal vanzelf goed handelen (Socratisch determinisme).

Zonder zich uitdrukkelijk tegen het Grieksche volksgeloof te keeren, tracht S. aan het Godsbegrip een redelijk-verantwoorden inhoud te geven. Deze inhoud blijft echter zeer beperkt. Het agnosticisme overheerscht. Ook over het lot van de ziel na den dood weet hij niets met zekerheid mede te deelen. In de politiek is S. anti-democratisch; daardoor haalde hij zich den haat van de machthebbers in Athene op den hals.

Lit.: Is. van Dijk, S. (1922); F. Sassen, Wijsb. der Grieken en Romeinen (1932).