Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Seine

betekenis & definitie

1° (Lat. Sequana) derde rivier van Frankrijk.

Lengte van ca. 780 km, waarvan ca. 600 km bevaarbaar, stroomgebied ong. 80 000 km2. De S. ontspringt op het plateau de Langres op 470 m boven de zee en stroomt naar Parijs, naar het laagste deel van het bekken.

Daarna doorbreekt zij de heuvelrijen, die haar van de zee scheiden. Watertoevoer is zeer regelmatig en wisselt te Parijs tusschen 175 en 300 m3/sec.

Talrijke kanalen verbinden de S. met alle deelen van Frankrijk.Lit.: Barron, Les fleuves de France. La S. (21902).

2° Kleinste departement van Frankrijk. Opp. 480 km2, ca. 5 millioen inw. Het dept. omvat de hoofdstad Parijs en vormt het laagste deel van het bekken van Parijs. Veel tuinbouw voor de verzorging van de stad. Zeer veelsoortige industrie.
3° Seine-Inférieure, Fr. dept. aan den mond van de Seine. Opp. 6342 km2, ruim 900 000 inw.; hoofdstad Rouaan. Zeer veel landbouw (tarwe, haver, suikerbieten, appels). Veel veeteelt. Veelsoortige industrie, vooral landbouwindustrieën.

Lit.: Lorbert, La France au Travail: Le Nord-Ouest (1929).

4° Seine-et-Marne, Fr. dept. in het landschap Ile-de-France. Opp. 5931 km2, ruim 400 000 inw.; hoofdstad Melun. Veel landbouw, vooral in het landschap Brie, en veeteelt. Belangrijke industrieën: conserven, chocolade, bier, suiker, azijn, leer, papier, glas.
5° Seine-et-Oise, dept. in het Fr. landschap Ile-de-France. Opp. 5659 km2, ca. 1 365 000 inw.; hoofdstad Versailles. Het dept. ligt rondom Parijs en is zeer vruchtbaar. Tarwe, haver, aardappels, suiker. Veel tuinbouw. Belangrijke schapenteelt. Industrie. Heere.