Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Schenking

betekenis & definitie

(Ned. recht), in engeren zin, is een overeenkomst, waarbij de eene partij, de schenker, eenig goed om niet afstaat aan de andere partij, den begiftigde, die dat goed aanneemt. Een s. kan niet worden gedaan ter zake des doods, d.i. onder de bepaling, dat zij eerst gevolgen zal hebben bij den dood van den schenker, en ook is zij nietig t.a.v. goederen, die de schenker op het oogenblik van de s. nog niet bezit.

De schenker kan zich het vruchtgebruik van het geschonkene voorbehouden, terwijl hij dit ook aan een derde kan verleenen. Verder kan hij aan de s. voorwaarden of lasten verbinden.

Echter kan hij slechts in beperkte mate daarbij ontbindende voorwaarden stellen. Hij kan nl. slechts bepalen, dat de s. zal worden ontbonden voor het geval de begiftigde alleen of deze en zijn afstammelingen vóór hemzelf komen te overlijden, terwijl hij deze voorwaarde niet anders kan stellen dan ten behoeve van zichzelf.

De schenker is in geval van uitwinning niet tot vrijwaring verplicht. S. tusschen echtgenooten zijn verboden, behalve t.a.v. roerende lichamelijke zaken, waarvan de waarde niet bovenmatig is.

S. aan openbare of godsdienstige gestichten moeten door den Koning worden goedgekeurd. Voor de geldigheid der s. is vereischt, dat zoowel het aanbod als de aanneming geschieden bij notarieele akte, waarvan de minuut bij den notaris moet blijven berusten.

Dit geldt echter niet voor giften van hand tot hand van roerende lichamelijke zaken of van schuldvorderingen aan toonder. Een s. kan behalve bij niet-vervulling der voorwaarden, waaronder zij gedaan is, worden herroepen: 1° Wanneer de begiftigde zich schuldig maakt of medeplichtig is aan een aanslag op het leven van den schenker of aan een ander misdrijf jegens hem, of
2° Indien hij weigert, aan den schenker, nadat deze in armoede is vervallen, levensonderhoud te verschaffen.

De s. in engeren zin wordt geregeld in de art. 1703-1730 van het B.W. Onder s. in ruimeren zin wordt behalve de s. in engeren zin verstaan elke overdracht-om-niet van het bezit van roerende zaken, waarvoor het bezit als volkomen titel geldt, en elke andere bevoordeeling uit vrijgevigheid, daaronder begrepen elke voldoening aan een schuld of een verplichting, welke in rechten niet gevorderd had kunnen worden (Successiewet van 13 Mei 1859, Stbl. 36, art. 1). Voor de belasting op schenkingen, zie ➝ Successierecht.

v. d. Kamp.

Naar Belg. recht is de schenking eveneens een overeenkomst, alhoewel art. 894 van het B.W. ze eenvoudig een akte noemt. Belangrijke afwijkingen van de voor Nederland vermelde bepalingen doen zich voor, naast de nochtans overwegend gelijksoortige regeling. Zoo zijn o.a. de s. tusschen echtgenooten in België niet verboden, maar degene, die de echtgenooten elkaar tijdens het huwelijk doen, kunnen altijd herroepen worden (art. 1096 B.W.), en deze s. zijn niet tegenstelbaar aan de schuldeischers van den failliet verklaarden echtgenoot (arg. art. 557 W. v. K.).

De openbare instellingen, de instellingen van openbaar nut en de vereenigingen zonder winstgevend doel kunnen de s. voorloopig aanvaarden onder voorbehoud van latere goedkeuring door de bevoegde overheid (Wet van 12 Juli 1931). Verder dient opgemerkt, dat s. door personen gedaan, die geen kinderen of afstammelingen in leven hadden, van rechtswege herroepen blijven door de geboorte van een wettig kind van den schenker, al is het na zijn dood geboren, of door wettiging bij later huwelijk van een natuurlijk kind, indien het na de s. geboren is (art. 953 vlg. B.W.). S. echter, die de echtgenooten aan elkander doen en die, welke aan de echtgenooten gedaan zijn door de bloedverwanten in opgaande linie, zijn niet herroepelijk wegens de geboorte van kinderen. Kluyskens.