Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Passiebloem

betekenis & definitie

(Passiflora), een plantengeslacht van de fam. der Passifloraceae; komt met 300 soorten vnl. in Amerika voor. Het zijn meestal rankende planten, waarbij de groote, roode, blauwe of violet gekleurde bloemen kelkbladeren hebben, die aan de binnenzijde dezelfde kleur als de kroonbladeren bezitten, zoodat het lijkt alsof er tien kroonbladeren zijn. De voorbladeren en het zgn. draagblad vormen dan a.h.w. een driebladigen kelk. Binnen den krans van kroonbladeren vormen een of meer kransen van draadvormige aanhangsels de bijkroon, die met de doornenkroon vergeleken wordt, terwijl de vijf meeldraden op een steel met de vijf wonden en de geeselkolom, en de drie stempels daarboven met de drie nagelen vergeleken worden.

Een tropisch onkruid, P. foetida, wordt veel in plantages gebruikt om het alang-alang gras te bestrijden. P. alata, edulis en quadrangularis leveren in hun besvruchten smakelijke gerechten. P. membranacea in Middel-Amerika heeft kleine groene bloemen en smakelijke groote vruchten. Als sierplanten worden veel gekweekt P. racemosa, amethistina, cincinnata, kermesina, mixta, maar vooral P. coerulea, de blauwe passiebloem. Bouman.