Naast het Nederlanderschap kent de Ned. wet het Ned. onderdaanschap, dat toekomt aan alle Nederlanders, en voorts het grootste gedeelte der inboorlingen der overzeesche gebieden (wet van 10 Febr. 1910). Ned. onderdanen, die in Nederland ingezetenen zijn, hebben het actief en passief kiesrecht.
Struycken.