Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Installatie

betekenis & definitie

(Kerk. recht) is de rechtshandeling, waardoor een wettig benoemd geestelijke in het bezit wordt gesteld van het hem verleende beneficie of ambt en de daaraan verbonden rechten, plichten en revenuen. De i. is voor de geldige aanvaarding van ieder beneficie en van sommige kerkelijke ambten, die geen beneficie zijn, voorgeschreven (C.I.C. can. 1443 § 1,313 en 353).

De wijze, waarop de i. moet geschieden, is voor de hoogere kerkelijke ambten vastgesteld in den Codex; bij een diocesaan bisschop bijv. door het toonen van zijn benoemingsbrieven aan het kathedrale kapittel. Voor de lagere ambten is de i. voorbehouden aan den bisschop of zijn gedelegeerde op een door het particuliere recht of wettige gewoonte vastgestelde wijze (can. 1443 § 2 en 1444).

Met name voor de pastoorsinstallatie is in de Ned. bisdommen een bepaald ceremonieel vastgesteld, waarin de taak en bevoegdheden van den pastoor duidelijk tot uiting komen. W. Mulder.