Wat is de betekenis van installatie?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

installatie

installatie - Zelfstandignaamwoord 1. de actie van het installeren (bijv. het zich ergens vestigen en inrichten) 2. het resultaat van installeren 3. een min of meer plechtige en officiële inwijding in een bepaald ambt De installatie van de federale magistraten geschiedt voor de federale procureur....

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

installatie

installatie - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-stal-laat-sie 1. bij elkaar horende apparaten ♢ onze stereo-installatie doet het niet meer 2. het ergens neerzetten ♢ de installatie van de cv-k...

2024-04-24
Begrippenlijst Ziender Ogen Kunst

F. Remmers, H. Engbersen (2006)

Installatie

Een kunstwerk dat de hele ruimte beslaat.

2024-04-24
Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Installatie

Elke aansluitingsinstallatie tot het net, installatie van de netgebruiker of directe lijn (Technisch reglement transmissie).

2024-04-24
Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Installatie

(→) Theatrale middelen.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Installatie

inwijding; plechtige opneming in een vereniging; vestiging; set geluidsapparatuur; montage; technische inrichting

2024-04-24
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Installatie

de plechtigheid, waarbij een benoemd geestelijke in het bezit gesteld wordt van zijn ambt of → beneficie. Van dat oogenblik af kan hij geldig zijn → jurisdictie uitoefenen. De I. is voor verschillende ambten verschillend geregeld: de → pastoor wordt in Nederland geïnstalleerd door den bisschop of zijn vertegenwoordiger (bijv. de...

2024-04-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

INSTALLATIE

Feitelijke inbezitstelling van een beneficie in de M.E. Geschiedde bij pastoors door de deken.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Installatie

bevestiging in een waardigheid, betrekking, enz.; inrichten van een woning; electrische inrichting