Hardvochtigheid - (Lat. immisericordia) is gebrek aan barmhartigheid. Hardvochtig is hij, wiens wil niet geneigd is tot een passend medevoelen met het leed en den nood v. d. evenmensch en die niet bereid is tot leniging van dien nood.
Daar de barmhartigheid een der edelste uitingen van naastenliefde is, wijst h. op een tekort aan ware naastenliefde. De H.
Schrift waarschuwt voor deze ondeugd; „Wie barmhartig is, doet zich zelf goed; de hardvochtige benadeelt ook zichzelf” (Prov. 11. 17).Lit.: St. Thom. (ILII. q.159, a.1) P. Heymeijer
