Gradiëntwind - Gradiëntwind is de theoretische wind, waarvan de richting en de kracht door den barometrischen → gradiënt worden bepaald. Cf. wet van → Buys Ballot.
De richting van den g. is normaal op die van den gradiënt, d.i. zij valt samen met de richting der isobaren, bij links liggenden laagsten luchtdruk op het N. halfrond en rechts liggenden druk op het Z. halfrond. De kracht van den g.a) in een cyclonaal gebied, wordt berekend door middel van een aequatie, waarin gradiëntkracht = geostrophische component + cyclostrophische component van de middelpuntvliedende kracht;
b) in een anticyclonaal gebied, wordt berekend door middel van een aequatie, waarin gradiëntkracht = geostrophische component — cyclostrophische component.
(De gradiëntkracht ontstaat door het horizontaal luchtdrukverschil; de geostrophische component is de → afwijkende kracht, veroorzaakt door de aswenteling der aarde; de cyclostrophische component is de middelpuntvliedende kracht, ontstaande door de draaiing van de luchtdeeltjes om het centrum van een cycloon of een anticycloon.) Bij de berekening van den theoretischen wind der gematigde luchtstreken wordt algemeen de cyclostrophische component verwaarloosd en de berekende wind wordt dan ook geostrophische wind genoemd. Wordt de geostrophische component verwaarloosd, bijv. bij de tropische cyclonen, dan wordt de berekende wind ook cyclostrophische wind genoemd.
De wind, die in de vrije atmosfeer tusschen de hoogten van 500 en 1 000 m waait, stemt in het algemeen overeen met den gradiëntwind (geostrophischen wind), die door den barometrischen gradiënt aan het aardoppervlak wordt bepaald. Tengevolge van de wrijving tusschen de luchtmassa’s en den grond is de heerschende wind nabij het aardoppervlak zwakker dan de g. en is hij ten opzichte van den g. naar links gericht.
Lit.: F. M. Exner, Dynam. Meteorologie (Weenen 1925); Nap. Shaw, Manual of meteorology (Cambridge 1919-’30). V. d. Broeck