component
(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: geen Engels
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
component - Zelfstandignaamwoord 1. bestanddeel, onderdeel, één van de onderling verschillende deel|delen van een geheel ♢ Van die module zijn alle elektronica-componenten uit voorraad leverbaar, met uitzondering van het belangrijkste onderdeel: de micro-processor. 2. hoogwaardige manier om...
Marc De Coster (2017)
Component - Het valt sterk op dat het gemor voornamelijk opklinkt uit de christelijkhistorische component (nieuwspraak voor het voormalige bloedgroep) van het CDA. - Haagse Post 30.8.1986
Muiswerk Educatief (2017)
component - zelfstandig naamwoord uitspraak: com-po-nent 1. wat kleiner is dan het totaal ♢ mijn plan heeft verschillende componenten Zelfstandig naamwoord: com-po-nent de component de c...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. componens, -ponentis, o.dw van com-ponere = samen-stellen] samenstellend deel (bijv. kracht).
Jan Meulendijks (1993)
(komponent) samenstellend deel; bestanddeel componeren (komponeren) een muziekstuk schrijven; samenstellen
Henk Biemond (1985)
Component (1) Een functioneel deel van een besturingssysteem, bijvoorbeeld het indelingsprogramma van de bewerkingen of het supervisieprogramma. (2) Een benoemde en gecatalogiseerde verzameling opgeslagen records, zoals het gegevens- of indexcomponent van een sleutelsequentieel bestand of een wisselende index (VSAM). (3) Eén of meer in- en...
drs. L.A. Beeloo (1981)
deel dat het geheel mede bepaalt of ook wel de medewerkende kracht van een afzonderlijk deel. Een beeldhouwwerk b.v. kan uit verscheidene componenten zijn opgebouwd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: