Gepolariseerd licht - Elke lichtstraal stemt overeen met een electromagnetische golf, die zich rechtlijnig voortplant. De electrische vector, die steeds loodrecht op den magnetischen staat, trilt gewoonlijk niet in een bepaald vlak, maar geheel onregelmatig in de verschillende vlakken van den vlakkenbundel met de lichtstraal als as.
Men spreekt in dit geval van ongepolariseerd licht. Vindt echter de trilling in één bepaald vlak plaats, dan heet het licht lineair gepolariseerd.
Dit vlak heet het polarisatievlak. De magnetische vector trilt loodrecht daarop.Het ontstaan van elliptisch en circulair g. l. kan men zich denken door superpositie van twee onderling loodrecht lineair gepolariseerde stralen.
De eenvoudigste manier voor het verkrijgen van g. l. is een evenwijdigen bundel van ongepolariseerd licht te laten reflecteeren op een spiegel met een invalshoek van 55°. Volledige polarisatie wordt zoo echter niet bereikt. De meest gebruikte polarisator is het prisma van ➝ Nicol.
Dekkers.