Byzantijnsch geleerde onder keizer Alexius Comnenus (1081-1118). De geleerde monnik stond in hoog aanzien bij den keizer, die zelf theoloog was.
Op diens aansporing stelde Z. zijn hoofdwerk samen, Panoplia dogmatikè (leerstellig arsenaal), dat dogmatisch de leer over Triniteit, Schepping en Menschwording behandelt en vervolgens alle ketterijen vanaf Sabellius bespreekt. Z. schreef commentaren op de Psalmen, het Evangelie en de Brieven van Paulus en steunt daarbij geheel op Basilius, Gregorius van Nazianze en vooral Chrysostomus.
Hij liet ook brieven na en preeken op Maria en andere Heiligen.Lit.: Krumbacher, Gesch. byzant. Liter. (1897).