Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Drukken

betekenis & definitie

1° Typographisch. Voor uitvinding en ontwikkeling der drukkunst, → Boek (sub II en III).

Voor de huidige drukmethodes, → Drukmethodes, → Drukpersmachine.2° Drukken van vezelstoffen is het plaatselijk verven van textielgoederen. Nadat men in China eerst weefsels beschilderde, leerde men in Indië reeds vroegtijdig het → batikken. Waarschijnlijk brachten Hollanders deze techniek over naar Europa, waaruit zich betrekkelijk snel via den handdruk de tegenwoordige machinedruk ontwikkelde. In tegenstelling met het verven, bedrukt men slechts weinig garens, doch bijna uitsluitend weefsels. De meest toegepast methode is de rouleau-druk. Hierbij zijn meerdere (men gaat tot 16) gegraveerde koperen walsen om een grooten wals, presseur genaamd, opgesteld. In elk dezer walsen zijn die onderdeelen van het te drukken patroon gegraveerd, welke dezelfde klem vertoonen. Alle walsen krijgen nu een anders geklemde drukverf toegevoerd door een opbrengwals, en nadat de overmaat er door een mes, rakel geheeten, is afgestreken, staan ze die verf aan het te bedrukken weefsel af, dat hierna gedroogd wordt. Voor het ontwikkelen en fixeeren der kiemen is dan meestal nog een stoomen noodig, d.i. een passage door een luchtvrije, met stoom gevulde ruimte.

Het graveeren der drukwalsen geschiedt soms met een molette, d.i. een stalen rolletje, waarop één of enkele rapports zijn aangebracht. Door dit met grooten druk tegen de roteerende koperwals te drukken, wordt de gravuur hierin geperst. Soms ook geschiedt het graveeren door etsen met zuur, nadat men de teekening met een pantograaf op de met zuurvaste was of lak bekleede koperwals heeft overgebracht.

Naast den rouleau-druk kent men verder nog den reliëfdruk, waarbij de teekening niet in de wals gegraveerd is, doch er bovenop is aangebracht, en den perrotinedruk, een niet-continu werkende machine, die in staat stelt grootere vlakken te bedrukken dan met de 2 andere machines mogelijk is. Behalve dezen machinalen druk past men ook den handdruk toe, waarbij houten vormen, met verf bestreken, op de stof worden gedrukt; verder het spuiten door middel van luchtdruk en schablonen, terwijl de zgn. filmdruk, een nieuwe techniek, gebruik maakt van gelakt zijden of kopergaas, waarvan men volgens het patroon de lak verwijdert, en er daarna de verf doorstrijkt op het weefsel, dat op een langen tafel met elastischen ondergrond is gespannen.

Evenals de machinale hulpmiddelen zijn uitgebreid, zoo ook de chemische. Drukte men aanvankelijk met olieverf, thans kan men vrijwel in elke gewenschte echtheid werken met vele kleurstoffen ( → Verven). Verder bestaan er nog enkele groepen kleurstoffen, zgn. rapid-echt en rapidogeenkleurstoffen, die vrijwel alleen voor de drukkerij van belang zijn. ’t Zijn in beginsel mengsels van naphtolen en basen; door kunstmiddelen verhindert men, dat ze reeds in de drukverf samenkoppelen; dit doen zij eerst op het weefsel door een, nabehandeling met zuur.

Men onderscheidt in hoofdzaak 3 methoden van drakken:

a) directe druk. Hierbij drukt men de gewenschte kleuren op gebleekte of geverfde stof, zonder in het laatste geval de grondkleur te vernietigen.
b) Etsdruk, waarbij men op voorgeverfd doek chemicaliën drukt, welke die verving vernietigen. Men kan aldus witte etsen verkrijgen, ofwel zgn. bontetsen, door aan de etspap kleurstoffen toe te voegen,
c) Reservedruk, in welk geval men een pap opdrukt, die zoodanig is samengesteld, dat de stof daar ter plaatse bij liet later uitverven geen kleurstof opneemt. Ook hier kan men, door aan de reserveoap geschikte kleurstoffen toe te voegen, zgn. bontreserven verkrijgen.

Om een uitvloeien der patronen te voorkomen kan men geen gebruik maken van oplossingen der verfstoffen in water alleen, doch dient men tevens verdikkingsmiddelen (stijfsels, arabische gom, tragant e.d.) aan de drukpap toe te voegen. Bovendien zijn voor een goede fixeering der kleuren nog velerlei chemicaliën noodig, zoodat een drukverf zeer samengesteld kan zijn.

Lit.: G. Georgievics, R. H aller en L. Lichtenstein, Handbuch des Zeugdrucks (3 dln. Leipzig, Academische Verlagsgesellschalt m. b. H., 1930). Scheffers Drukkend verband Drukkend verband is een verband, waarbij door gelijkmatige inwikkeling van een beleedigd lichaamsdeel door middel van een elastieken zwachtel of een gewonen zwachtel over een onderlaag van watten een druk wordt uitgeoefend, die lichaamsvochten wegdrukt of vorming van nieuwe voorkomt; veel gebruikt bij bloeduitstorting of bij vochtuitstorting in gewrichten. Krekel