Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doodslag

betekenis & definitie

is opzettelijke levensberooving (art. 287 Ned.W. v. Str.; art. 393 Belg.

Str.W.,B.). ➝ Moord.Moraal. Vrijwillig gepleegd is de d. op een onschuldige een zware misdaad: een vergrijp tegen de rechten van God, den eenigen meester over leven en dood; een gruwelijk onrecht den evenmensch aangedaan, omdat men hem daardoor berooft van het hoogste en kostbaarste van alle tijdelijke goederen en dit op onherstelbare wijze; tegen de maatschappij, waaraan men wederrechtelijk een lid ontrukt en wier veiligheid in gevaar gebracht wordt; in vele gevallen is d. daarbij nog een vergrijp tegen het huisgezin, wanneer hij namelijk gepleegd wordt op een vader, een moeder of een kostwinner (➝ Dooden).

Onderscheid dient hier echter gemaakt tusschen rechtstreekschen en onrechtstreekschen doodslag. De rechtstreeksche of opzettelijk gewilde d., beoogd als doel of aangewend als middel tot iets anders, is altijd en absoluut ongeoorloofd om de boven aangegeven redenen. De onrechtstreeksche, niet opzettelijk bedoelde d., d.w.z. het stellen van een daad, waarmee men een goed gevolg beoogt, maar waaruit samen met dat goed gevolg de dood van een mensch voortvloeit, kan geoorloofd zijn, wanneer namelijk de volgende voorwaarden verwezenlijkt zijn: 1° de gestelde handeling moet op zich zelf goed zijn of althans onverschillig;

2° de daad moet gesteld worden met een goede bedoeling, alleen met het inzicht het goede gevolg te bekomen;
3° het beoogde goede gevolg mag niet bekomen worden bij middel van den dood, maar moet op zijn minst even rechtstreeks volgen uit de gestelde daad als het slechte gevolg;
4° er moet een gewichtige reden aanwezig zijn om het slechte gevolg toe te laten, een reden, die kan opwegen tegen het verlies van het leven van den betrokken persoon;
5° er mag geen ander middel bij de hand zijn, waardoor het goede gevolg zou kunnen bekomen worden zonder dat men het kwade moet laten geschieden.

Zijn die voorwaarden verwezenlijkt, dan wordt er eigenlijk niets kwaads gedaan, gewild of bedoeld: men doet het kwaad niet, men laat het enkel gebeuren; volgt er iets verkeerds uit de handeling, dan wordt dat niet beoogd of gewild, maar enkel toegelaten, omdat men het niet vermijden kan zonder zich zelf aan een even groot kwaad bloot te stellen.

Voorbeelden: Aan een zwangere vrouw mag een geneesmiddel verstrekt worden, dat rechtstreeks hare genezing veroorzaakt, ook al heeft het tevens als : gevolg, dat de nog niet leefbare vrucht uit haar schoot wordt gedreven; zij zou nochtans dat middel niet mogen gebruiken, indien er een ander was, dat haar even goed geneest, zonder den dood der vrucht te veroorzaken. In een rechtvaardigen oorlog zou de legeroverheid een versterkte stad mogen laten beschieten, waarin vijandelijke soldaten aanwezig zijn, zelfs al voorziet zij, dat ook niet-strijdende burgers daardoor zullen gedood worden.

Maar de moeder zou niet een geneesmiddel mogen gebruiken of zich onderwerpen aan een heelkundige operatie, die als eenig rechtstreeksch gevolg heeft de uitdrijving der vrucht en waarbij de moeder eigenlijk genezen wordt ten gevolge van en door de vruchtafdrijving. De legeroverste zou niet een stad mogen beschieten, waarin alleen niet-strijdende burgers zijn om door het dooden der niet-strijdenden en het terroriseeren der bevolking het einde van den oorlog te bespoedigen.

A. Janssen.