Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Devolutierecht

betekenis & definitie

Devolutierecht - (Lat. devolutio = afwenteling, rechtsovergang).

1° In het Kerkelijk Recht is d. de overgang van het recht van verleening van een kerkelijk ambt van dengene, wien dit recht op de eerste plaats toekomt, op een hoogeren kerkelijken overheidspersoon, wanneer de rechthebbende ten gevolge van schuldige nalatigheid de verleening niet binnen den voorgeschreven tijd heeft verricht, of de verleening een wezenlijk gebrek heeft, zooals wegens het plegen van → simonie, het willens en wetens benoemen van een onwaardige.

Schweigman.

2° Devolutierecht vormt een onderdeel van het oude huwelijksgoederen- en erfrecht, dat men o.m. aantrof in Brabant en Limburg, voorts in de streken van Brussel, Mechelen, Antwerpen, enz. Door de geboorte van een kind ontstond er een algeheele gemeenschap tusschen ouders en kinderen met betrekking tot de goederen der huwelijksgemeenschap. Deze leidde er toe, dat na den dood van een der ouders de roerende goederen eigendom werden van den langstlevende (deze betaalde ook de schulden), terwijl hij tevens vruchtgebruik kreeg (erftocht) van de onroerende goederen. Bij mogelijke beschikking over deze laatste hadden de kinderen medewerking te verleenen.

Lit. : A. S. de Blécourt, Kort Begrip (4blz. 87-88); E. M. Meyers, Het West-Brabantsche erfrecht (1929, 33 vlg.).

[i]Hermesdorf.

< >