Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Danton

betekenis & definitie

Danton - Georges Jacques, Fransch staatsman, redenaar en revolutie-leider. * 1759 te Arcis, ✝ 1794. Met zijn Cordeliers bestrijdt hij reactionnairen als Lafayette en Bailly en onttroont op 10 Aug. 1792 Bodewijk XVI; is daarna tot Oct. minister van Justitie, hoofd van het Voorloopig Bewind en organiseert als vurig patriot de nationale verdediging, o.a. door het oproepen van vrijwilligers.

De Septembermoorden heeft hij niet uitgelokt, maar laten begaan om de tegenstanders (royalisten) af te schrikken. Na zijn verkiezing in de Conventie treedt D. af als minister; toont zich verzoenend, maar als de Gironde, vooral door drijven van mad. Roland, zijn aanbod tot samenwerking blijft afwijzen, sluit D. zich tijdelijk bij Marat en Robespierre aan. D. stemt voor den dood van Lodewijk XVI, brengt de Conventie tot instelling van het Comité de salut public en tribunal révolutionnaire, waarsch. om daardoor de volkswoede te stillen en van nieuwe massamoorden af te houden.

D. was geen starre dogmaticus als Robespierre; bond zich aan geen theorie, maar hield rekening met de oogenblikkelijke behoeften van Fr. en die eischten binnen- en buitenlandschen vrede. Daarom geeft D. den propagandaoorlog op; wil, om de vredeskans te verhoogen, meewerken aan de bevrijding van Marie Antoinette, en ageert sinds het einde van 1793 tegen de Terreur, maar wekte door dit alles de vijandschap van Robespierre. Op gedeeltelijk onbewezen en zelfs onware beschuldigingen is D. 5 April 1794 te Parijs geguillotineerd.

D. is vurig verdedigd (bijv. door Aulard), maar ook scherp bestreden, vooral door Mathiez (✝ 1933), den apologeet van Robespierre. Het vraagstuk Danton-Robespierre is nog niet bevredigend opgelost. D. was zeer gevoelig voor geld (omkoopbaar?); zijn medeplichtigheid aan het verraad van → Dumouriez is niet bewezen; D. wilde geen Terreur; overtuigd republikein is hij waarsch. nooit geweest, royalist evenmin, al wilde hij voorwaardelijk wel meewerken om Lod. XVI van de guillotine te redden. In zijn privaat leven staat hij beneden Robespierre, maar als practisch staatsman overtreft hij hem.

Lit.: Madelin, D.; Barthou, D. (apologie); Wendel, D. (maakt er een held van).

V. Claassen.