Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dagmaat

betekenis & definitie

Dagmaat - 1° Afmetingen van een opening, voor raam, deur, enz. of van openingen afsluitend materiaal, glas, in den dag gemeten, d.w.z. de maten aan de lichtomgrenzing gemeten (vlg. → Sponningmaat). Bijv. van een deuropening: de maten in het deurkozijn aan de platte zijde, gemeten tusschen de opstaande stijlen en tusschen bovenen onderdorpel of drempel; resp. bij deuren met bovenraam: tusschen kalf en onderdorpel.

2° Oude oppervlaktemaat, nog in Groningen en Friesland gebruikelijk voor een oppervlakte, die in één dag per man gemaaid kan worden, circa 0,5 ha. Ook: dagmat, deirnat, deimt, deemt, dammaat. Beynes