Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dadaïsme

betekenis & definitie

Dadaïsme - (< Fr. dada (stamelklank van kinderen) = paardje], een beweging van radicale kunstenaars en letterkundigen tijdens en na den Wereldoorlog (1916 Zürich, 1920 Parijs); verzet tegen militarisme en overdreven nationalisme, terugkeer in de kunst naar het kinderlijk-primitieve. Tot de Dadaïsten behooren o.a. „Oberdada” Baader, H. Ball, R. Huelsenbeck, K. Schwitters.

Tijdschrift Die Silbergaule (1919).

Lit.: R. Huelsenbeck (1920); H. Ball, Die Flucht aus der Zeit (1927). v. d. Eerenbeemt Het d. in de schilderk. was eenigszins een reactie op stroomingen als het cubisme, waarin het aandeel van orde, bezinning en verstand groot was geweest. De dadaïsten trachtten alle waarden omver te gooien en alles belachelijk te maken. Zij brachten in hun composities de vreemdsoortigste voorwerpen bij elkaar en maakten voorstellingen, welke met opzet ongerijmd waren. Behalve enkele kunstenaars, als Picabia, waren het meeren deels middelmatige talenten, die op deze manier hun onmacht konden verbergen. De strooming verdween even snel als zij was gekomen, ondanks de duur betaalde reclame voor haar scheppingen.

Lit.: Maurice Raynal, Anthologie de la peinture en France de 1906 à nos jours. Slagter