Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Charites

betekenis & definitie

Charites - (Gr. myth.), de drie Bevalligheden, de godinnen van vreugde en bevalligheid, dochters van Zeus, nl. Euphrosyne (blijmoedigheid), Aglaea (feestelijke luister) en Thalia (bloeiend geluk); de Romeinsche Gratiën. Zij waren bevriend met de Muzen en bewoonden den Olympus. Dichters en kunstenaars stonden zij bij. Veel kunstenaars hebben afbeeldingen van haar gemaakt. Ook Socrates zou zulks in zijn jonge jaren gedaan hebben. Weijermans Voorst. in de kunst.

Een van de oudste voorstellingen is deze: de C. afwisselend met Nymphen achter elkaar geplaatst. Daarna pogingen om de drie figuren tot een eenheid samen te smelten: bijv. de drie C., elkander bij de hand vasthoudend. Uit de voorstelling: de C., dansend om een altaar van Apollo, ontstond de voorstelling van de C., dansend om een zuil; in Athene, waar een nauw cultus-verband was met Artemis-Hecate, ontwikkelde zich dit laatste type tot de voorstelling van de C., met de attributen van Artemis in de handen dansend om Artemis of om een zuil; hieruit waarsch. het type van de drievoudige Hecate. In de schilderkunst: op de zgn. → Françoisvaas begeleiden de C. Apollo en Artemis; meestal echter als gezellinnen of dienaressen van Aphrodite. Hieruit ontwikkelde zich de voorstelling met losgemaakten gordel en doorzichtig kleeden, in den Hellenistischen tijd, het type van elkander omarmende vrouwenfiguren, veelvuldig op reliëfs, gemmen, munten, lampen en op muurschilderingen in Pompeji. W. Vermeulen