Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bussum

betekenis & definitie

Bussum - gem. en dorp in het Gooi, in de prov. N. Holland; opp. 812 ha, waarvan 115 ha heide, 90 ha bosch en 90 ha cultuurgrond.

Bevolking: Op 1 Jan. 1933: 26 239 inw.; in 1817, toen B. een zelfstandige gemeente werd, 500 inw.; in 1890 bijna 3400. Ruim 41% is Prot., ruim 35% is Kath., behoorend tot het aartsbisdom Utrecht en verdeeld over 3 parochies; ruim 1% is Israëliet en 20% onkerkelijk. Er zijn openbare en bijzondere scholen voor voorbereidend, lager en uitgebreid lager onderwijs, o.w. het Kath. meisjespensionaat Mariënburg; vervolgens een bijzondere neutrale H. B. S. met 5-jarigen cursus, een lyceum op Christelijken grondslag, een gem. middelbare handelsavondschool en dito nijverheidsavondschool, alsmede een vakschool voor meisjes; twee openbare leeszalen met bibliotheek, waaronder een Kath. Er zijn twee ziekenhuizen: de St. Gerardus Majellastichting en de Stichting Diaconessenarbeid.

Er is een gem. sportpark. Genoemd dient nog te worden het St. Olavshuis, postulantenhuis der St. Franciscus-Xaverius-zusters, congregatie in dienst van de Noorsche missie.

Middelen van bestaan.

B. is meer woondan werkgemeente. Verschillende factoren als de ligging te midden van bosch en heide, de nabijheid van Amsterdam, de uitmuntende verbindingen met de hoofdstad en andere deelen van het land door de spoorlijn Amsterdam-Hilversum-Amersfoort brachten veel forensen hier, vooral na 1874, het jaar, waarin die lijn geopend werd. De meeste forensen hebben hun werkzaamheden in de hoofdstad. Met de andere Gooische dorpen heeft B. verbinding door trein, tram en autobus. De Bussumervaart voert naar Vecht en Merwedekanaal.

Van ouds had B. zanderijen; per schip werd het zand vervoerd. Op den ondergrond der zanderijen ontstond tuinbouw. B. is nog bekend door zijn boom- en bloemkweekerijen. Hier staat de cacao- en chocoladefabriek van Bensdorp; daarnaast enkele kleinere industrieën. Er is druk vreemdelingenverkeer.

Geschiedenis.

Bussum (Bosch-heim) ontstond als Saksische nederzetting, heeft dan ook zijn brink en behoorde tot 1817 aan Naarden. Van de geschiedenis is verder weinig bekend. Als pleisterplaats aan den grooten weg Amsterdam-Amersfoort en wegens de nabijheid van de vesting Naarden heeft B. zoowel voorals nadeel gehad; onaangename herinneringen zijn o.a. een bezoek van Karel van Gelder in 1528, het verblijf van Don Frederik de Toledo tijdens de belegering van Naarden in 1572 (B. was zijn hoofdkwartier) en een gevecht van Franschen tegen Hollanders en Russen in Dec. 1813. Waarschijnlijk heette het dorp eens Laag- of Nieuw-Bussum, waarnaast een Hoog- of Oud-Bussum in de buurt van de tegenwoordige modelboerderij Oud-Bussem.

De kern van het oude dorp, dat langen tijd zeer klein was, ligt Oostelijk van de tegenwoordige spoorbaan; Westelijk ervan ontstond in de vorige eeuw de villawijk het Spieghel. Een mooi gedeelte is ook het Brediuskwartier in het Oosten der gem. Genoemd mogen worden ten slotte het gemeentelijk landgoed Bantam en het landgoed Walden, herinnering aan Frederik van Eeden. Het wapen van B. vertoont vijf graankorrels in geel op een veld van blauw.

van der Meer.