Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brand, sir jan hendrik

betekenis & definitie

Brand, sir jan hendrik - president van den Oranje-Vrijstaat (1866-’88); * 6 Dec. 1823 te Kaapstad als zoon van Christoffel B., † 14 Juli 1888. Voorz. van het Kaapsche parlement, opgeleid aan het Z. Afr.

College aldaar, in 1845 te Leiden gepromoveerd tot doctor in de rechten, in 1849 te Londen als advocaat toegelaten aan den Inner Temple, practiseerde als zoodanig te Kaapstad (1849-’63), was van 1868 tevens prof. aan het Z. Afr. College, werd in 1866 verkozen als president van den Oranje-Vrijstaat en herkozen in 1869,1874,1879 en 1884. Als Nederlandsch en Engelsch cultuurdrager met Afrikaansch hart, als jurist met evenwichtigen geest, was hij geknipt voor pres. der republiek, welke hij het stempel van modelstaat in drukte. In zijn strijd met Mosjesj (➝ Basoeto) ligt in kiem de geschiedenis der volgende vijftig jaren: poging der inboorlingen zich te handhaven tegen de West-Europeesche beschaving met uitspeling van Britsche aanmatiging en heerschzucht tegen Afr. juist inzicht van de roeping van het blanke ras aldaar.

In 1867 werden diamanten ontdekt in West-Grikwaland nabij de Oranjerivier. Dit gebied was Afrikaansch eigendom, gekocht door een zekeren Fourie van den Korannakapitein Danser; van 1848-1854 had het deel uitgemaakt van de Oranjerivier-Souvereiniteit en daarna van den Oranje-Vrijstaat; op kracht van grondbrieven, door de regeeringen uitgereikt, woonden de Boeren er reeds twintig jaren. Na de ontdekking van diamanten maakte kapitein Nicolaas Waterboer er aanspraak op en sir Henry Barkly wilde het land bij de Kaapkolonie inlijven. In het Kaapsche parlement openbaarde zich verzet en de Hooge Commissaris trok het wetsontwerp terug. President Brand bedwong met moeite zijn Vrijstaters, werd naar Londen afgevaardigd, maar de Britsche regeering weigerde toe te geven en kocht voor 90 000 p. st. alle aanspraken af op het gebied, dat millioenen aan waarde bevatte.

Pres. Jan Brand, wiens lijfspreuk was: Alles sal reg kom, was de lieveling van zijn volk, vormde het tot een beschaafde samenleving, waar Brit en Boer gelijke rechten hadden, bevorderde onderwijs en zorgde voor den aanleg van spoorwegen.

Besselaar.