Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boom der kennis van goed en kwaad

betekenis & definitie

Boom der kennis van goed en kwaad - een boom in het paradijs, welks vruchten Adam en Eva niet mochten eten op straffe des doods (Gen. 2.9). Het doel van dit verbod was, de eerste menschen te stellen voor de keuze tusschen goed of kwaad, tusschen gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan God.

De naam van den b. beteekent niet, dat het eten van zijn vrucht het onderscheid tusschen goed en kwaad of het geheim van de geslachtelijke vruchtbaarheid openbaarde, maar duidt aan, dat het overtreden van het verbod de ondervinding van het kwade, en het onderhouden daarvan de ondervinding van het goede met de resp. gevolgen van beide zou mededeelen. De slang stelde het voor, alsof de eerste menschen door het eten van de vrucht van den b. in de kennis van goed en kwaad aan God gelijk zouden worden (Gen. 5). Het verhaal over den boom der kennis kan niet verklaard worden als een navolging van oudere volksverhalen, omdat geen spoor daarvan in de oude Oostersche literatuur te vinden is.

Lit.: K. Fruhstorfer, Die Paradies-Sünde (Linz 1929).