Bloemensymboliek - is in de kunst het voorstellen van bloemen om daarmede de een of andere geestelijke waarde of eigenschap aan te duiden. De . is zeer oud: de Egyptenaren gebruikten niet zelden de lotusbloem als symbool der onsterfelijkheid.
In de Christelijke kunst is de b. bijna uitsluitend gericht op de deugden. Zoo is de lelie het symbool der zuiverheid en onschuld: bijv. bij de H. Maagd (zelfs bij de Boodschap des Engels is met den loop der tijden de bodenstaf van Gabriël in een lelietak veranderd), den H. Joseph (wiens bloeiende bruidsstaf een lelietak wordt). Zoo zijn lelietjes van dalen, korenbloem en viooltje symbolen der nederigheid (bijv. op de Aanbidding van het Lam van Van Eyck). de roos het symbool der liefde, enz. Men dient zich echter voor overdrijving te wachten en niet achter alle in de kunst voorkomende bloemmotieven een symbolische beteekenis te zoeken: zoo bijv. in de lijst- en kapiteelversieringen der Gotische kathedralen, in de verluchtingen der handschriften enz. Ook als siermotieven hebben de bloemen voldoende reden van bestaan.
L i t.: Reiners, Die Pflanze als Symbol und Schmuck ïm Heiligtum (1886); Lambin, La flore gothique (1893); Wackernagel, Die Farbenund Blumensprache des Mittelalters in „Kleine Schriften” (I z. j., 143 vlg.). Knipping.