Attisch - oud-Grieksch dialect, gesproken in Athene en het landschap Attica, vormt met het Ionisch dialect een groep. Het A. is het voornaamste der Grieksche dialecten geweest:
1° door de positie van Athene in de Grieksche geschiedenis;
2° door zijn rijke letterkunde (de groote tragici, de wijsgeeren Plato, Aristoteles e.a., geschiedschrijvers als Thucydides, redenaars als Demosthenes);
3° doordat het A. na Alexander den Grooten als zie Koinè de taal is geworden van de geheele Hellenistische wereld. We kennen het A. hoofdzakelijk als cultuurtaal: schrijvers en ontelbare inscripties. Voor de volkstaal o.a. aanwijzingen in de blijspelen van Aristophanes. Lagas.