Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Assistent-bisschop

betekenis & definitie

Assistent-bisschop - Bij den pauselijken troon is de aartsbisschop of bisschop, welke door den paus bij breve tot die waardigheid verheven wordt. De oorsprong is te zoeken in het gebruik, dat de bisschop celebreerde, omringd door vele priesters,die hem assisteerden; daaruit kwamen later de bisschoppen, die den paus assisteerden bij de plechtige Mis. Reeds in de 11e eeuw worden zij a.-b. genoemd. Vroeger bestond het gebruik, dat de paus onder de plechtigheid zelf bisschoppen opriep, om bij den troon plaats te nemen. De a.-b. zitten in de pausmis aan beide zijden op of naast den troon of staan op de trappen.

Twee hunner brengen boek en kaars (zonder kandelaar), als de paus moet lezen of zingen. Hun privilegies waren zéér uitgebreid vóór Pius VII. Nu bestaan zij in den voorrang bij de pausmis volgens datum van benoeming, in de waardigheid van huisprelaat, in den adellijken rang van Romeinsch graaf en in bijzondere voorrechten ten opzichte van het doen celebreeren der H. Mis in hun tegenwoordigheid. De patriarchen zijn rechtens a.-b. Er zijn nu 9 patriarchen en 145 assistent-aartsbisschoppen en -bisschoppen. Gewoonlijk nemen er behalve de patriarchen slechts twaalf deel aan de pausmis. Drehmanns

< >