Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Ameland

betekenis & definitie

Ameland - Wadden-eiland, vormt één gemeente, groot 6 000 ha, prov. Friesland, van het vasteland gescheiden door de Wadden, in het Noorden begrensd door de Noordzee, in het Oosten door het Pinkegat, in het Westen door het Amelandergat. Lengte Oost— West ongeveer 25 km.

Gebouwd als de andere zie Waddeneilanden: aan de buitenzijde, hier Noordkant, door meerdere rijen duinen tegen de zee beschermd, met afslag aan de windzijde en aanwas aan de lijzijde. In 1871 werd A. met het vasteland verbonden door een dijk, die mede ten doel had de aanslibbing in de Wadden te bevorderen; sedert 1882 is deze verbinding en aanslibbing definitief verbroken. De prachtige duinen met zeldzame planten en rijke vogelwereld maken A. tot een van de mooie gedeelten van ons land; daarnaast is A. als badplaats gezocht.

zie Waddeneilanden.

De gemeente bestaat uit de dorpen Hollum, Ballum, Nes en Buren en telde op 1 Jan 1932 1907 inw., nl. 965 m. en 942 vr. Het aantal Kath. is ruim 26%; de overigen zijn Prot. Er is één Kath. parochie, waarvan de kerk — door dr. Cuypers gebouwd — te Nes staat. Er zijn alleen lagere scholen: 4 openbare en 1 Prot. De bewoners zijn Friezen; hun taal is een dialect en nadert het stads-Friesch.

Middelen van bestaan: deze bestaan voornamelijk uit veeteelt, samengaande met eenigen landbouw voor eigen gebruik; ook eenige eendenkooien. Kleinbedrijf overheerscht; ± 40% van het land is bij eigenaars in gebruik. De Ballumer Mieden waren een der eerste gebieden, waarop de ruilverkaveling werd toegepast (mogelijk door de wet van 1924). Daarnaast vinden vele mannen een bestaan in de groote vaart. Toerisme brengt ’s zomers steeds meer vertier en inkomsten. Verbinding met den wal te Holwerd door veerbooten in ong. een uur. Er is hier een reddingsstation van de N. en Z. Holl. Reddingmij.

Bezienswaardigheden: vele ouderwetsche woningen met mooie gevels uit de 16e en 17e eeuw, waar menig interieur nog herinneringen bewaart aan de welvaart, die de walvischvangst bracht. De Ned. Herv. kerken te Hollum en Ballum bezitten fraaie preekstoelen.

Geschiedenis. Over de oudste geschiedenis van A. staat niets vast. Waarsch. bestond er in de 9e eeuw een Benedictijnerklooster, dat later naar het vasteland verplaatst werd (Foswerd). In 1396 onderwierp A. zich voorwaardelijk aan Albrecht van Beieren, graaf van Holland, doch het bleef vrij van Holland, daar de voorwaarde (de onderwerping der Friezen door Holland) niet werd vervuld. In den strijd tusschen den graaf van Holland en Friesl. was A. op de hand van den graaf, waardoor de band met Friesl. nog losser werd. In 1405 verkreeg A. een handvest van Oostergo en Westergo, waarop het zich steeds beriep om zijn volstrekte onafhankelijkheid van Friesl. te bewijzen. Dit handvest werd in 1494 door Maximiliaan bekrachtigd, waarsch. in dezen zin, dat A. als een van Friesl. volstrekt onafhankelijke heerlijkheid erkend werd. De vrije erfheerlijkheid A. behoorde aan het geslacht Camminga. De Camminga’s beschouwden zich ook later niet als onderdanen van den Spaanschen koning, doch als rijksonmiddelbaar.

In den tijd der Watergeuzen werd A. geplunderd. In 1598 verkreeg A. als vrije heerlijkheid van Philips II de verklaring, dat het als onzijdig erkend werd. Zoo kon A. ook het voorrecht van godsdienstvrijheid verkrijgen; Carbonellus S.J., die op goeden voet stond met Pieter van Camminga, wist in 1629 bij Isabella te bewerken, dat A. in den oorlog tusschen Spanje en Ned. wederom onzijdig verklaard werd, onder voorwaarde, dat er vrijheid voor den Kath. godsdienst zou bestaan. De onzijdigheidsverklaring is later meer dan eens hernieuwd, o.a. in 1654 door Cromwell. Sedert 1645 hadden de Jezuïeten er een vaste statie: zij bleven er tot 1723.

Na het uitsterven van het geslacht Camminga in 1680 kwam A. bij erfenis aan de familie thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg. In 1704 kocht de moeder van Jan Willem Friso A. voor haar zoon. Feitelijk stond het eiland, hoewel rechtens onafhankelijk, reeds sinds ± 1600 in een verhouding van afhankelijkheid tot de Rep. In 1795 werd A. bij het gebied der Nederlanden ingelijfd. Na het herstel onzer onafhankelijkheid bleef A. bij Friesl.

Lit.: J. Houwink, De Staatk. en Rechtsgesch. van A. tot deze eeuw (1899); D. v. Blom, De onzijdigheidsverklaringen van A. (De Vrije Fries XXX).

Ydema.