Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

PAULINISCH PRIVILEGE

betekenis & definitie

in 1 Kor. 7 : 12-17 vermeld, behelst het volgende. Wanneer een ongedoopte, geldig gehuwd met een andere ongedoopte, van deze gescheiden is omdat het huwelijk mislukt is, doch daarna katholiek wordt en met een Katholiek een nieuw huwelijk wil aangaan, dan zal dit nieuwe huwelijk mogelijk zijn en het eerste ontbinden onder de volgende voorwaarden: De partij, die ongedoopt blijft, moet ondervraagd worden,of hij (zij) soms ook katholiek wil worden, of in vrede wil gaan samenleven met de katholiek geworden partij. d.w.z. zonder bemoeilijking van de godsdienstige verplichtingen.

Wanneer de ongedoopte partij niet meer in vrede wil samenleven, zal het Paulinisch voorrecht toegepast kunnen worden. Het is evenwel duidelijk, dat het voorrecht niet verleend wordt, -wanneer het contact met de Katholiek oorzaak zou zijn geweest van het mislukken van het huwelijk tussen de twee ongedoopten.Het Paulinisch voorrecht heeft later verschillende uitbreidingen ondergaan, bijv. voor de gevallen, waarin de eerste echtgenoot (echtgenote) niet meer ondervraagd kan worden; wanneer (vooral in missiegebieden) men meermalen gehuwd is, en de katholiek geworden partij met een van de echtgenoten, die ook katholiek wordt, wil huwen. Als grootste uitbreiding kan beschouwd worden de zgn. ontbinding van het vroegere huwelijk ten gunste van een nieuw katholiek kerkelijk huwelijk (solutio vinculi in favorem fidei), welke ontbinding geschiedt door de paus zelf; deze ontbinding kan verleend worden voor een huwelijk tussen één ongedoopte partij en een gedoopte niet-Katholiek, die gescheiden zijn. Wanneer een van beiden katholiek wordt en met een Katholiek een nieuw huwelijk wil aangaan, kan de paus het eerste huwelijk ontbinden. Zelfs bestaat de mogelijkheid van ontbinding van het eerste huwelijk ook al zou de niet-katholieke partij (nog) niet katholiek worden wanneer door de ontbinding de mogelijkheid geschapen zou worden een louter burgerlijk huwelijk tussen de gescheiden niet-katholieke partij en een Katholiek voor de Katholieke Kerk te wettigen. In geen geval wordt echter het privilege toegepast, wanneer het betreft een huwelijk tussen twee gedoopte niet-Katholieken. Wij merken nog op, dat in alle bovengenoemde gevallen de huwelijken van de niet-Katholieken ook door de Katholieke Kerk als werkelijk geldige huwelijken worden beschouwd.

Er is dan ook sprake van ontbinding niet van ongeldigverklaring (zie Huwelijk). M. D. J.

< >