Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

PALESTINA

betekenis & definitie

(afgel. van Hebr.: Pelisjti, Filistijns), oorspronkelijk de benaming voor de kustvlakte in het Z.W., is langzamerhand geworden tot de naam voor het gebied tussen de Libanon en de Rode Zee. Het dal van de Jordaan is diep; het meer van Galilea ligt reeds 208 m, de Dode Zee ruim 400 m beneden zeepeil.

Daar de Jordaan een diep ravijn uitslijpt tussen de kalksteenrotsen, ontstaat er geen vruchtbaar rivierdal.Tussen de Jordaan en de kustvlakte ligt in het Z. het bergland, dat men kan verdelen in het gebergte van Judea en dat van Samaria. In het eerste ligt Jerusalem, waarvan de bovenstad op 772 m hoogte ligt, het stijgt bij Hebron tot 1027 m; de hoogste top in het gebergte van Samaria is de Ebal bij Sichem (938 m). Dit gebied maakt een ruige indruk, daar het onder ontbossing heeft geleden. Tot de verwaarloosde gebieden mogen we ook rekenen de Negeb of het Zuiderland, tegenwoordig bewoond door een duizendtal Bedoeïenen en een aantal Israëlische kolonisten, die door irrigatiewerken de welvaart van vroeger trachten te herwinnen. Daar de regenval in dit gebied gering en onregelmatig is, had de verwaarlozing der irrigatiewerken catastrophale gevolgen. Ten N. van de Kannel, het gebergte dat bij de monding van de Kison diep in de Middellandse Zee uitspringt, ligt de vlakte van Jizreël.

Deze vormt de verbinding tussen de zee en de Jordaanvallei. Ten N. hiervan ligt het bergland van Neder- en Opper-Galilea, de landstreek, die het schouwtoneel vormt van Jesus’ jeugd en eerste prediking. In het lagere bergland ligt Nazareth met in de nabijheid de berg Tabor, die gewoonlijk de berg van de transfiguratie wordt genoemd. In deze omgeving is Palestina het rijkst aan landschapsschoon.

De kustvlakte, die het vruchtbaarste deel van het land vormt, is smal en kan van Z. naar N. verdeeld worden in de Sjephela, de vlakte van Saron en de vlakte van Akko. In het zuidelijkste deel woonden de Filistijnen. Tussen de Sjephela en de vlakte van Saron stroomt bij Jaffa de Jarkon in zee; hier ontstond de grootste stad van het tegenwoordige Palestina, Tel Aviv (Hebr., lenteheuvel). De vlakte van Akko ligt ten N. van de Karmel, tegen welks hellingen de havenstad Haifa gebouwd werd. Door de vlakte liepen de karavaanwegen, die Egypte met Klein-Azië en Mesopotamië verbonden. Het Over-Jordaanse is een hoogland, verdeeld door de rivieren de Jarmoeth, de Jabbok en de Arnon. Het loopt in het O. uit in de Syrische woestijn, van waaruit bij verval en decentralisatie van gezag de,Oosterlingen”, zoals zij in de Bijbel genoemd worden, immer rooflustig en hongerig binnendrongen.

Het klimaat van Palestina is subtropisch. De regen valt in de winter, in het prille voorjaar kan de zgn. „spade regen” verwacht worden, van Mei tot Sept. duurt de droge tijd. Gevreesd is de woestijnwind, de chamsien, die in het O.T. een „adem des Heren” genoemd wordt (Is. 40 : 7 en Os. 13 : 15). Verkwikkend is daarentegen de „wind des daags”, de zeewind, die na de middag begint op te steken (Gen. 3:8). zie ook Opgravingen en kaart Palestina. M. A. B.