noemt men de uit Scandinavië afkomstige Germaanse krijgers, die op hun Vikingschepen kwamen afzakken en verscheidene Europese landen in de 9de en 10de eeuw door hun plundertochten teisterden. Behalve België en Nederland (Dorestad, Utrecht; Sint Jeroen) hebben ook Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië lange tijd blootgestaan aan hun dood en vernieling brengende invallen.
Na zich in Frankrijk (Normandië) en Italië (Apulië en Sicilië) blijvend te hebben gevestigd, werden zij geleidelijk gekerstend, waarna later hun invloed op maatschappelijk en cultureel terrein zegenrijk geweest is (ridderidee en Kruistochten).NOORT, Gerardus Cornelis van (1861-1946), Ned. theoloog, was van 1892 tot 1908 hoogleraar te Warmond en daarna pastoor, sinds 1929 deken, van Amsterdam. In 1930 verkreeg hij wegens zijn verdienstelijke publicaties, die internationale bekendheid verwierven, het Romeinse doctoraat. Zijn handboeken getuigen van een scherpe geest en munten uit door grote klaarheid. In de geschiedenis der katholieke emancipatie in Nederland nemen zij een vooraanstaande plaats in. Van Noort dankte veel aan de theologische publicaties van kard. Billot S.J., maar wist ook eigen wegen te kiezen.
