Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

MARCEL, Gabriel

betekenis & definitie

(1889), Frans existentiefilosoof en schrijver van toneelstukken, is in de loop van zijn ontwikkeling tot het Katholicisme gekomen en in 1929 in de Kerk opgenomen. Evenals alle existentie-filosofen onderzoekt Marcel de betrekkingen tussen de mens en het zijn.

Daarbij ziet hij de mens als een zijnde in de wereld (être-au-monde), dat zichzelf verwerkelijkt in zijn liefdevolle betrekkingen tot de anderen, die voor hem geen object mogen zijn, maar een „gij”, dat zich tegenwoordig stelt. Alle menselijke tegenwoordigheid is echter ontoereikend om het menselijk élan op te vangen.

Daarom vindt iedere gerichtheid op een menselijk gij zijn volle zin eerst in de gerichtheid op de volstrekte Gij, op God. Marcels filosofie is een overweging over de mens, die steeds gespannen is tussen zijn ik en een gij, tussen zichzelf en God.

Deze spanning ontstaat, doordat de mens de neiging heeft zich in zichzelf in te kapselen en daardoor de anderen te verraden. Tegenover deze neiging staat de trouw, waardoor de mens zich op de ander en op God richt.

In deze trouw verwerkelijkt de mens zich en kan hij zich „ontspannen”, omdat hierin zijn innerlijkste wezen tot ontplooiing komt: Willen is niet zichzelf krampachtig samentrekken, maar zich ontspannen. In zijn toneelstukken behandelt Marcel meestentijds de tragiek van de mens, die zichzelf niet geven kan; in de latere tijd ook wel de ontwikkeling van de mens uit de eenzaamheid naar de gemeenschap met God en de anderen. B.

D.

< >