Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

LEO

betekenis & definitie

naam van 13 pausen: I (440-461); II (682683); III (795-816); IV (847-855); V (903); VI (928); VII (936-939); VIII (963-965);' IX (1049-1054); X (1513-1521); XI (1605); XII (1823-1829); XIII (1878-1903). Leo I, de Grote, kerkvader en kerkleraar, heeft zowel door zijn practisch optreden als door zijn dogmatische formuleringen op de geschiedenis der Kerk in menig opzicht een beslissende invloed gehad. Zijn Epistola dogmatica aan patriarch Flavianus, waarin hij de leer van Eutyches veroordeelde, werd op het concilie van Chalcedon als de zuivere leer van de twee naturen in Christus aanvaard.

Vooral belangrijk is, dat hij de leer van het pauselijk primaat herhaaldelijk in duidelijke termen heeft uiteengezet en dat hij in zijn handelen de consequenties daarvan in alle opzichten doorvoerde. Hij regelde de hiërarchische verhoudingen in Noord-Afrika, Gallië en Illyrië.

Attila wist' hij tot de aftocht uit Italië te bewegen en koning Genserik tot een milder behandeling van het; veroverde Rome (455). Zijn preken behoren tot de schoonste teksten van de oud-christelijke literatuur.Leo X (Giovanni dei Medici) was de tweede zoon van Lorenzo dei Medici. Hoog ontwikkeld en prachtlievend, was hij een vrijgevig bevorderaar van kunst en wetenschap. Blind voor de gevaarlijke toestand van de Kerk regeerde hij zuiver als een wereldlijk vorst. Met Frans I van Frankrijk sloot hij een concordaat, dat van kracht bleef tot 1789. De aflaat door hem uitgeschreven voor de voltooiing van de St. Pieter, werd in Duitsland de aanleiding tot de aflaatstrijd en de hervormingsbeweging van Luther. Leo miskende aanvankelijk de draagwijdte van de beweging, maar veroordeelde Luther tenslotte in de bul Exsurge Domine (1520).

p. M.

Leo XIII (Gioacchino Pecci), een der grootste figuren op de stoel van Petrus, heeft in een tijd waarin de Kerk zich in een uitgesproken defensieve positie ten opzichte van de wereld en de moderne stromingen bevond, met vooruitziende blik de weg gewezen tot een positieve houding in dezen. Zijn eerste encycliek, waarin hij zijn regeringsprogram ontwikkelde, toonde reeds, dat hij andere wegen ging dan zijn voorgangers en een verzoening der Kerk met de moderne cultuur beoogde, zonder echter enig beginsel prijs te geven. De Kulturkampf in Duitsland kon met zijn medewerking beëindigd worden. In zijn eerste encyclieken ontwikkelde hij zijn ideeën over de christelijke staatsorde (o.a. Immortale Dei, 1885) en toonde hij zijn grote interesse voor de sociale vraagstukken (Rerum Novarum, 1891). In zijn encycliek Graves de Communire van 1901 handelt hij over de christelijke democratie.

De encycliek Aeterni Patris van 1879 wees de H. Thomas aan als de leider in theologische en filosofische vraagstukken. In 1902 richtte hij de Bijbelcommissie op, terwijl hij reeds in 1883 de Vaticaanse archieven voor de studie der geschiedenis geopend had. Grote aandacht had hij ook voor het vraagstuk van de hereniging der Oosterse Kerken, getuige o.a. drie encyclieken, die hij daaraan wijdde, en zijn bestuursmaatregelen t.a.v. de geünieerde Kerken, die hij zoveel mogelijk tegemoet zocht te treden. c. H. L.