(Lat.: doctor Ecclesiae) is een titel, die slechts gegeven wordt in een uitdrukkelijke verklaring, waarbij in een bepaald persoon naast zuiverheid in leer en heiligheid van leven ook grote geleerdheid erkend wordt. Voor het eerst geschiedde dit in 1295 door Bonifatius VIII ten aanzien van de grote vier Westerse kerkleraren: Ambrosius, Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus.
Een Nederlands kerkleraar is Petrus Canisius.