Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

LEKENAPOSTOLAAT

betekenis & definitie

behoort wezenlijk tot het apostolaat der Kerk, welke immers laos theou is: het door het geheel der leken — in gemeenschap met het college der bisschoppen en te zamen met de kloosterlingen — geconstitueerde volk Gods. Dat de katholieke leek niet slechts object van apostolaat is doch evenzeer subject, ontvangt in onze tijd terecht een hernieuwde nadruk, waardoor contrareformatorische eenzijdigheden worden overwonnen en waarden der Reformatie in eigen geloofsdenken een nieuw accent verkrijgen.

Het Evangelie kent naast de uitzending der twaalf apostelen ook het apostolaat der 72 leerlingen (Luc. 10). Geheel het N.T. legt nadruk op het algemeen priesterschap der gelovigen. De Geest van Christus is uitgestort — op velerlei wijzen over allen, die door het geloof en door de sacramenten des geloofs in de Christusgemeenschap intraden. In het gelovig beaamde Doopsel en Vormsel ligt dan ook het fundament van elk apostolaat der leken. Het zou daarom een ontoelaatbare beperking betekenen, wanneer men slechts het terrein van het profane leven als actieradius van de lekenapostel zou kennen. In feite ligt de bron van zijn zending juist in zijn deelnemen aan de sacrale sfeer.

Ook hij is geroepen tot een profetisch getuigen voor Christus (zie Catechisten) en tot actieve deelneming aan de christelijke eredienst (zie Amen, Eucharistie, Liturgische beweging, Sacrament). De ontwikkeling van het dogma en van het christelijk ethos komt mede door de invloed van het gelovige volk met zijn connatureel besef voor het geestelijke tot stand. Het zou wenselijk zijn, dat ook leken zouden behoren tot de theologen van beroep, zoals bijv. de Oosterse Kerk die kent.

Door dit alles heeft de leek een eigen zending en charisma om bij te dragen tot het actualiseren van de blijde boodschap voor deze tijd. Alleen door zijn activiteit kan de Kerk wederom „levensbeginsel der menselijke samenleving” (Pius XII) worden en aldaar zonder machtpretenties toch actief en helend aanwezig zijn. Het proces der secularisatie heeft enerzijds betekend het mondig worden van de leek op economisch, sociaal, politiek en cultureel terrein. Helaas heeft het anderzijds ook de scheiding tussen godsdienst en leven met zich meegebracht. Het apostolaat van de leek individueel en in gemeenschapsverband, hetzij informeel hetzij georganiseerd (zie Doorbraak, Isolement) — zal van een christelijk humanisme moeten getuigen, dat zich waarachtig inzet voor de waarden, welke in deze sferen oplichten (het „incarnatie-motief”), en voor de hun eigen autonomie, doch dat voortspruit uit ëen christelijke vrijheid, die een krampachtig zich vastbijten in deze wereld overwint door het geloof in het kruis, dat over geheel onze wereld staat opgericht, de hoop op een heil, dat haar te boven gaat, en de liefde tot Hem, wiens konirigschap zich pas volledig zal onthullen, wanneer onze aardse geschiedenis haar einde gevonden heeft (het „eschatologisch motief”). Met name vanuit de sfeer van zijn beroep en zijn gezin treedt zodoende op de katholieke leek de opdracht toe om op deze wijze (her) kerstenend in de wereld te staan (zie Moraal der beroepen).

De verhouding tussen lekenapostolaat en het apostolaat der hiërarchie vraagt na dit alles om een fijnzinnig en genuanceerd samenspel. Steeds zal getracht moeten worden naar een levende synthese tussen een volop beaamd eigen initiatief van de leek en een werkelijke trouw aan het door Christus gestelde gezag. De verhouding tussen vrijheid en gehoorzaamheid zal overigens verschillend zijn: zij ligt anders in de strikt sacrale sfeer dan op het meer profane terrein (zie Kerk, Wereld); zij is verschillend bij het werk der Katholieke Actie en bij het apostolaat, dat de leek onderneemt zonder bijzondere zending vanuit de hiërarchie. Maar overal zal op aangepaste wijze een eigen verantwoordelijkheid aan de lekenapostel moeten worden toevertrouwd, welke men niet tot de strikt uitvoerende orde kan beperken. Het apostolaat vereist een geestelijk leven en voedt dit tegelijkertijd. De vragen omtrent de lekenspiritualiteit mogen echter zeker niet de mogelijkheid verwaarlozen van de leek, die in de wereld leeft volgens de evangelische raden (zie Seculiere instituten).

j. w.