zijn voortgekomen uit een groep Boheemse en Moravische broeders, die als ballingen uit Moravië in 1722 een toevlucht zochten bij graaf von Zinzendorf en zich op zijn landgoed vestigden „Unter des Herrn Hut”. De door von Zinzendorf in piëtistische geest vernieuwde broederschap nam de episcopalistische kerkinrichting van de vroegere Boheemse Broederkerk over en sloot zich in haar belijden nauw aan bij de Augsburgse Confessie, met groeiende openheid voor interconfessionele varianten.
Door toedoen van von Zinzendorf, die zich in 1737 bisschop liet wijden, vond deze Broedergemeente (Unitas Fratrum, ook wel Evangelische Broedergemeente) grote verbreiding (in Nederland verschillende gemeenten; nu nog Zeist en Haarlem-Amsterdam), terwijl zij grote aandacht besteedde aan zending en jeugdopvoeding. Zij bezit een gevoelvolle vroomheid, gevoed uit de bijzondere aandacht voor Jesus’ Bloed en Wonden, en streeft naar realisering van in liefde verenigde gemeenten van heiligen. j. c. G.
Doopplechtigheid in de kerk van de Evangelische Broedergemeente (Hernhutters) te Zeist. Achter de liturgustafel staat de predikant in witte toga. De zusters dragen het feestgewaad (witte doek en mutsje). De vader houdt het kind ten doop; de moeder neemt het kind vervolgens over en ontvangt de zegen.
