Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GODSDIENSTPHENOMENOLOGIE

betekenis & definitie

heet een jonge wetenschap, die zich ten doel stelt de zin en de structuur van de godsdienst als zodanig te begrijpen. Haar materiaal dankt zij aan de godsdiensthistoricus.

Deze laatste kan zich echter niet tevreden stellen met het rubriceren en beschrijven van zijn gegevens. Hij wil ook de godsdienstige zin verstaan van de godsdienstige verschijnselen.

Hij vraagt niet slechts wat de betekenis is van het offer, het gebed of de magie in een bepaalde godsdienst, maar ook wat de zin is van deze verschijnselen als zodanig. Daarmee is de godsdienstphenomenologie geboren.

Voor de scherpe doordenking van haar methode heeft zij veel te danken aan een gelijknamige wetenschap op wijsgerig erf, waarvan Husserl de geestelijke vader is. De voornaamste phenomenologische beginselen zijn de epochè en de eidetische visie.

Epochè betekent de opschorting, nl. van het oordeel, of liever van het vooroordeel. De phenomenoloog moet kunnen luisteren en zich liefdevol willen verdiepen in de godsdienstige gegevens, hij moet de vraag naar de waarheid van de godsdienst terzijde schuiven, ja, hij dient alle dogmatische concepties zowel de godsdienstige als de atheïstische te ecarteren.

Want het gaat hem er om in de eidetische visie de godsdienstige verschijnselen naar hun eidos (wezen) te verstaan. De phenomenologie is dus allereerst een bepaalde methode van werken.

Ten tweede heeft zij een inhoud, omdat zij de godsdienstige verschijnselen naar hun zins- en structuursverband ordent. Dit systeem kan op verschillende manieren worden opgebouwd, waarbij de vraag is in hoeverre bepaalde vooroordelen, bijv. over de waarde van het uiterlijke en het objectieve in de godsdienst, een ongunstige rol hierin spelen (zie hierover Godsdienstsociologie). c. j.

B.