Fjodor Michajlowitsj (1821r88i), Russisch literator, is naast Tolstoj, Gogolj en Tsjechow de beroemdste Russische auteur van de vorige eeuw. Hij groeide op in behoeftige omstandigheden en werd in 1849 wegens revolutionnaire sympathieën voor vier jaar naar Siberië verbannen (Herinneringen uit een dodenhuis), Daar verwierf hij zich een diep inzicht in de gronden van het menselijk bestaan, dat in geheel zijn latere oeuvre tot uiting komt, in het bijzonder in De vernederden en in Herinneringen uit het Souterrain, die als het centrum van zijn literaire productie beschouwd kunnen worden.
In 1867 publiceerde hij zijn meest beroemde boek, Misdaad en straf (Schuld en boete), een jaar later De idioot, en in 1881 tot slot De gebroeders Karamazow. In al deze werken wordt de ware mensheid vertegenwoordigd door de lijdenden en vernederden, de door lichamelijke of intellectuele hartstocht „bezetenen”.Daarmee oefende hij grote invloed uit op theologie en prediking, vooral in de jaren rond Wereldoorlog I. Niet zonder grond rekent K. Barth hem onder zijn geestelijke voorouders en wijdde E. Thurneysen aan hem een theologische beoordeling.
j. c. G.