(Lat.: congregare) is een verzameling of vereniging. In kerkelijke zin heeft het woord de volgende betekenissen:
1.Religieuze congregatie is een kloostergenootschap, waarin alleen eenvoudige geloften worden afgelegd, hetzij eeuwige, hetzij tijdelijke. De juridische consequentie van deze geloften gaat niet zover als die van de plechtige geloften welke in de orden worden afgelegd. Wanneer leden ener congregatie handelingen stellen in strijd met hun geloften, zijn deze handelingen (huwelijk bijv.) niet ongeldig, maar ongeoorloofd. De leden van een congregatie doen afstand van het beheer en de vrije beschikking over hun goederen, maar kunnen wel eigendom blijven bezitten en nieuwe bezittingen verwerven. Andere verschilpunten met de orden zijn: congregaties zijn niet exempt, tenzij in gevallen van een uitzonderlijk privilege; congregaties hebben ook niet het strenge pauselijke slot (zie Clausuur). Verder zie Kloosterwezen.
2.Monastieke congregatie is de vereniging van meerdere zelfstandige kloosters onder een gemeenschappelijke overste. Zij komt uiteraard alleen bij de oude monniksorden voor, zoals de Benedictijnen.
3.Godsdienstige vereniging voor leken, welke als zodanig door het competente kerkelijke gezag erkend is. De Maria-congregatie is daarvan het klassieke voorbeeld (zie Godsdienstige verenigingen).
4.Romeinse congregaties zijn de belangrijkste bestuurslichamen die de paus in het bestuur van de universele R.K. Kerk bijstaan en deel uitmaken van de Romeinse Curie. Zij kunnen vergeleken worden met de ministeries of bestuursdepartementen in de staten.