Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ALEXANDER

betekenis & definitie

naam van 7 pausen en een tegenpaus:

I (105-115); II (1061-1073); III (1159-1181); IV (1254-1261); V, tegenpaus tijdens Westers Schisma (1409-1410); VI (1492-1503); VII (1655-1667); VIII (1689-1691).

Alexander VI, uit het geslacht Borgia, was reeds op 26-jarige leeftijd door zijn oom, paus Callistus III, onder de kardinalen opgenomen en met talrijke prebenden, waaronder zelfs verscheidene bisdommen, begunstigd; daardoor had hij de beschikking over een vorstelijk inkomen. Door omkoping wist hij zijn verkiezing tot de pauselijke waardigheid te verkrijgen. Als paus kon hij zich niet verheffen boven de ergerlijke zedeloosheid, waarin hij voordien had geleefd. Zijn pontificaat werd geheel beheerst door een mateloos nepotisme, terwijl hij ook zijn politiek, vooral tegenover de Italiaanse staten en Frankrijk, aan dit doel ondergeschikt maakte. Ondanks dit alles toonde hij bezorgdheid voor het behoud en de uitbreiding van het geloof. De figuur van Alexander VI en zijn optreden moeten gezien worden-en zijn ook alleen verklaarbaar-in het kader van de tijd waarin hij leefde. Door zijn genotzucht, die zijn betere eigenschappen overwoekerde, laat hij een droevig beeld in de geschiedenis achter.