Josephus Albertus (1820-1889), handelsman en letterkundige, vanaf 1876 hoogleraar in de kunstgeschiedenis en schoonheidsleer aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, heeft zijn geloofsgenoten onophoudelijk aangespoord de hun toekomende plaats te gaan innemen op het gebied van kunst en wetenschap. Zelf gaf hij het voorbeeld: als letterkundige, aestheticus, historicus heeft hij een blijvende plaats verworven in onze cultuurgeschiedenis . Hij wees zijn invloedrijke niet-katholieke vrienden als Da Costa, Potgieter en Van Vloten op de grote invloed, die het Katholicisme in de loop der eeuwen op de Nederlandse beschaving had gehad.
Zijn literair werk stond aanvankelijk onder invloed van Bilderdijk, later meer van Vondel. Het omvat enige bundels overwegend geestelijke poëzie, historische opstellen (o.a. V ondelportretten, Karolingische Verhalen) en zeer veel historische studiën. Teneinde de culturele emancipatie der Katholieken te bevorderen, stichtte hij de „Volksalmanak voor Nederlandsche Katholieken", door hemzelf geredigeerd (1852-1889) en het belangrijke maandschrift „Dietsche Warande" (1855—1876), waarin hij schreef onder de schuilnaam: Pauwels Forestier, Buikslooter. M. G.