Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

verwoest

betekenis & definitie

{var'woest) bn. te gronde gericht, vernield, verwoesten (var'woestan) (verwoestte, heeft verwoest) [tot een woestenij maken] 1. vernielen. 2. te gronde richten. 3. uitmoorden : een stad -, * vuur. verwoester m. (-s). verwoesting v. (-en) 1. Eig. het verwoesten : -en aanrichten. 2.

Metn. wat verwoest is : daar ligt de der stad; het is, ligt gelijk de van Jeruzalem, in de grootste verwarring, verwonde (var'wonds) m. en v. (-n) persoon die verwond is. verwonden (verwondde, heeft verwond) een wond toebrengen, kwetsen, bezeren : zijn hand, zich -.

< >