verwoest
verwoest - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verwoesten 2. gebiedenwijs van verwoesten 3. voltooid deelwoord van verwoesten
Wiktionary (2019)
verwoest - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verwoesten 2. gebiedenwijs van verwoesten 3. voltooid deelwoord van verwoesten
Jozef Verschueren (1930)
{var'woest) bn. te gronde gericht, vernield, verwoesten (var'woestan) (verwoestte, heeft verwoest) [tot een woestenij maken] 1. vernielen. 2. te gronde richten. 3. uitmoorden : een stad -, * vuur. verwoester m. (-s). verwoesting v. (-en) 1. Eig. het verwoesten : -en aanrichten. 2. Metn. wat verwoest is : daar ligt de der stad; het is, lig...
J.H. van Dale (1898)
VERWOEST - bn. vernield; te gronde gericht: een verwoest land; eene verwoeste gezondheid hebben.
I.M. Calisch (1864)
Verwoest, bn. en dw. vernield; te gronde gerigt. *-EN, bw. gel. (ik verwoestte, heb verwoest), vernielen, te gronde rigten, uitplunderen, uitmoorden. *-END, bn. (-er, -st), vernielend, verdelgend. *-ER, m., *-STER, v. (-s), die verwoest. *-ING, v. (-en), vernieling, verdelging, plundering.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: